Een valhelm? Dat voelt als reuzenstap achteruit

Haar korte grijze haar wappert vrolijk onder haar valhelmpje vandaan. Ze hebben er flink de vaart in met zijn tweetjes. Aan hun bruine benen en armen te zien hebben ze al heel wat kilometers weggetrapt. Ik fiets achter ze. Het tafereel kan bijna niet Hollandser: een helderblauwe lucht met hier en daar wat witte wolkjes.
Er staat een briesje. We fietsen over de dijk die naar de stad leidt. Links de Vecht. Groene weilanden, schapen en een hoop vogels op het water bij de waterzuivering. En stelletjes. Met pensioen en geïnvesteerd in twee elektrische fietsen.

Het setje voor mij kun je uittekenen: zij in een top zonder mouwen met bloemenprint. Daar onder een witte broek tot onder de knieën. Hij draagt een geruit overhemd met korte mouw boven zijn bermuda. In zijn sandalen witte voeten. Je kunt zien dat hij niet meteen zijn sokken op wilde geven toen het fietsseizoen begon. Op zijn hoofd een petje tegen de zon. Geen helm.

Ik kan wel raden wat in hun fietstassen zit: een thermosje koffie, een flesje water, wat gesmeerde boterhammen en een lekkere koek. Zijn ze mooi niet afhankelijk van terrasjes, maar kunnen ze heerlijk gaan zitten langs de route waar een bankje vrij is. Dat laatste is nog een uitda- ging. De bankjes die we tegenkomen worden bevolkt door soortgelijke fietssetjes. Zelfde outfit, zelfde elektrische fiets.
En dan de helm. Het lijkt erop dat de dames eerder overstag gaan. Sommigen vergeten hem zelfs af te zetten tijdens de koffiestop. Het waren misschien de kinderen geweest die er als eersten over begonnen. Die zeiden dat je tegenwoordig best leuke helmpjes hebt. Dat je er heus niet per se uit hoeft te zien als Willempie. En dat het simpelweg levensgevaarlijk is tegenwoordig met al die snelle fietsen. Vooral in de bocht.
Dus ma is overstag gegaan. Die wil de kleinkinderen graag zien opgroeien. Maar voor pa is het een lastige stap. Die elektrische fiets was al een deukje in zijn waardigheid, maar een válhelm? Het is een belediging voor zijn vitaliteit. Net als het zijspiegeltje.

Het lijken kleine dingen. Aanpassingen voor de veiligheid. Maar die kleine aanpassing kan groot voelen. Want het zijn geen stapjes vooruit. Het zijn reuzenstappen achteruit. Met elke aanpassing geeft hij toe aan het onvermijdelijke. Dus ik begrijp het best. Zo lang mogelijk uitstel- len. En ondertussen hoop ik dat hij denkt, als hij achter zijn vrouw fietst: ‘Nog best een lekker ding onder die helm.’

Bron: De Stentor, 10 augustus 2022