Doel 1,5-graad opwarming raakt uit zicht

De mogelijkheden om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graad raken snel uit zicht. Dat concludeert het VN Klimaatpanel IPCC in een nieuw rapport, het zogenoemde syntheserapport.

Het is de voorlopig laatste keer dat de klimaatwetenschappers een dergelijk rapport hebben opgesteld. Het rapport is een samenvatting van zes deelrapporten die de afgelopen jaren over klimaatverandering zijn verschenen.

In het IPCC-rapport staat dat wanneer het klimaatdoel van 1,5 graad niet gehaald wordt, het belangrijk is om de verdere opwarming zo veel mogelijk te beperken: elke tiende van een graad maakt de gevolgen minder ernstig.

Verder lezen?…

Over het IPCC-rapport

De manier waarop het IPCC werkt is altijd hetzelfde. Wetenschappers doen een tekstvoorstel, waarna regeringen wijzigingen kunnen voorstellen. Maar bij elke voorgestelde verandering hebben de wetenschappers een vetorecht; de tekst moet altijd in overeenstemming blijven met de duizenden pagina’s aan onderliggende klimaatwetenschap.

Dit nieuwste rapport is gebaseerd op zes eerdere rapporten, waarvan drie de belangrijkste zijn. Het eerste deel daarvan ging over de natuurwetenschappelijke basis van de mondiale opwarming, dat verscheen in augustus 2021. Het tweede en derde deel verschenen in de eerste maanden van vorig jaar. Daarin ging het over de gevolgen van klimaatverandering voor mens en natuur en over mogelijke oplossingen.

Bronnen: nos.nl; www.ipcc.ch

Lente, astronomisch of meteorologisch?

Wanneer de zon loodrecht boven de evenaar staat begint bij ons de lente. De astronomische lente begint op het noordelijk halfrond meestal op 20 maart. De meteorologische lente begint op 1 maart.

Dag en nacht

Dag en nacht duren op de eerste lentedag overal ter wereld even lang. In ons land duurt de dag waarop de lente begint ongeveer 10 minuten langer dan de nacht. Deze verschillen zijn het gevolg van de tijdstippen van opkomst en ondergang van de zon. Deze tijdstippen hebben betrekking op de bovenrand van de zon. Bovendien is de zon door breking van stralen in de atmosfeer nog kort zichtbaar terwijl zij in werkelijkheid al onder is.

Oplopende temperatuur

Als de luchttemperatuur direct en alleen op de zon zou reageren, zou 21 juni (de langste dag) de warmste moeten zijn. Die dag zou dan midden in de zomer moeten vallen. In werkelijkheid loopt de temperatuur langzamer op. Dat komt door de invloed van oceanen en zeeën. De opwarming van zeewater door de zon gaat langzamer dan de opwarming van land. Een deel van de warmte wordt meteen teruggegeven aan de lucht. Een ander deel van de warmte komt in diepere aard- en oceaanlagen terecht. Die diepere lagen in de oceaan geven hun opgeslagen warmte langzaam af aan de lucht.

nieuwsbrief voorjaar

Aan de kust begint het warmere seizoen later dan in het binnenland. Dit komt door de invloed van het nog koude water van de Noordzee en overheersende aanvoer van lucht vanaf zee. Als de seizoensindeling alleen zou afhangen van de temperatuur, dan blijkt dat de lente in Zuid-Limburg gemiddeld al op 9 maart begint en op Terschelling pas op 23 maart.
Laten we nog even buiten beschouwing de klimaatveranderingen.

Klimatologische indeling

Volgens de klimatologische indeling is de lente begonnen op 1 maart en duurt dit seizoen tot en met 31 mei. Om praktische redenen en volgens internationale afspraak gebruiken de weerkundigen voor het berekenen van klimatologische gemiddelden een andere seizoensindeling. De Societas Meteorologica Palatina is één van de eerste internationale weerorganisaties. Deze organisatie besloot in 1780, onder leiding van de Duitse keurvorst Karl Theodor, om steeds drie opeenvolgende kalendermaanden als één seizoen te beschouwen.

Seizoenen

De astronomische seizoensindeling is gebaseerd op de positie van de aarde ten opzichte van de zon. Hierdoor ontstaan de seizoensverschillen.
De seizoensverschillen komen voort uit de schuine stand van de as waar de aarde om draait. Hierdoor komt de zon op het noordelijk halfrond in de zomer hoger boven de horizon dan in de winter. De zon schijnt daardoor in de zomer langer dan in de lente, herfst en winter.

Hoe noordelijker, hoe korter de zon boven de horizon staat. Zelfs binnen onze landgrenzen is dat verschil in daglengte al merkbaar. In het gebied noordelijk van de poolcirkel is de zon gedurende een paar maanden in het geheel niet zichtbaar.
Tijdens de lente worden in de noordelijker streken van het noordelijk halfrond de bomen veel groener en gaan veel planten bloeien; geleidelijk wordt het warmer en wordt de kans op vorst kleiner.

Het woord lente is een oude afleiding van lang en heeft betrekking op het lengen van de dagen. Het is verwant aan het Duitse Lenz en het Engelse lent (‘vastentijd’).
Na het begin van de lente gaat in Europa ook op de laatste zondag van maart de zomertijd in, waardoor de dagen nog langer lijken.

Lente-equinox

Tijdens de lente-equinox (ook: maartequinox of lentenachtevening) staat de zon loodrecht boven de evenaar, wat voor het noordelijk halfrond het begin van de lente betekent. De lengte van dag en nacht zijn overal op aarde gelijk.
De lente-equinox valt jaarlijks op of rond 21 maart. De komende decennia altijd op 20 maart. Lentepunt 2023: maandag 20 maart 22:24 uur.

Een equinox (Latijn: ‘gelijke nacht’) is het tijdstip waarop de zon loodrecht boven de evenaar staat, of anders bekeken, als de zon in één van de snijpunten van de ecliptica en hemelequator staat. Tijdens de equinox is de lengte van dag en nacht overal op aarde gelijk. Een ander woord voor equinox is dag- of nachtevening.

Er vindt op aarde tweemaal per jaar een equinox plaats, namelijk op of rond 21 maart en op of rond 23 september. Omdat op het noordelijk halfrond deze equinoxen respectievelijk samenvallen met het begin van de lente en het begin van de herfst worden beide vaak onderscheiden als lente-equinox en herfst-equinox.

Deze namen zijn echter maar relatief: op het zuidelijk halfrond betekent de equinox van maart juist het begin van de herfst en de equinox van september het begin van de lente. Een ‘absolute’ naamgeving, onafhankelijk van het halfrond, zou zijn: klimmende of noordwaartse nachtevening (begin van de lente op het noordelijke halfrond) en dalende of zuidwaartse nachtevening (begin van de herfst op het noordelijk halfrond).

Bronnen: knmi.nl, beleven.org, wetenschap.infonu.nl.

Bericht geplaatst 13-03-2021; gewijzigd 21-02-2023; 21-03-2023.

De Apeldoornse Parken

Op de website van Wandelen in Apeldoorn is een artikel verschenen over de Apeldoornse parken. Ruim 150 jaar verschil zit er tussen de oudste en de jongste parken in Apeldoorn. Apeldoorn is rijk aan parken en deze parken nodigen uit om te wandelen. 

De groene omgeving in de stad Apeldoorn wordt voor een aanzienlijk deel bepaald door de parken. De parken zijn in feite de grote groene oases in de stenen ruimte waar o.a. koelte of rust is te vinden: de airco’s van de stad die steeds belangrijker worden. Om het veranderend klimaat, waaronder droogte, de baas te blijven moe­ten bomen goed kunnen blijven groeien, want het zijn grote verdampers van water. IVN Apeldoorn heeft via speciale ‘ommetjes’ veel aandacht voor deze parken. Lees het hele artikel op hun website.

De buitencode in de natuur

Wandelend, fietsend, hardlopend, vissend, mountainbikend of te paard. Steeds meer mensen genieten, ieder op zijn/haar eigen manier, van de natuur. Om elkaar de ruimte te geven en de natuur te beschermen, is er de Buitencode. Als iedereen de code respecteert, kunnen we allemaal blijven genieten van de natuur. Ruimte voor elkaar, sportief gebaar.

Verschillende sportbonden en natuurorganisaties hebben de handen ineengeslagen om ervoor te zorgen dat iedereen kan blijven genieten van de natuur. Deze samenwerking levert een ‘Buitencode’ op waarin we een aantal gedragsregels met elkaar afspreken: “Ruimte voor elkaar, sportief gebaar”.

Hiermee vragen we bezoekers van natuurgebieden om anderen de ruimte te geven en de natuur te beschermen. Zo gaan we op een respectvolle manier met elkaar en met de natuur om. En zo kunnen we met zijn allen blijven genieten van de natuur. Deze Buitencode is er voor iedereen!

De vijf regels van de Buitencode

De Buitencode bestaat enkele simpele regels:

  1. Respecteer de natuur.
  2. Houd je aan de toegangsregels.
  3. Geef elkaar de ruimte.
  4. Wees vriendelijk.
  5. Spreek elkaar aan.

Respecteer de natuur
Maak geen lawaai en neem je afval mee.

Houd je aan de toegangsregels
Check de toegangsborden en blijf op de voor jou bestemde paden.

Geef elkaar de ruimte
Maak plaats voor een ander en minder vaart bij drukte.

Wees vriendelijk
Groet elkaar vriendelijk en heb begrip voor de natuurbeleving van de ander.

Spreek elkaar aan
Spreek een ander vriendelijk en respectvol aan op zijn of haar gedrag.

Over de Buitencode

De Buitencode is een gezamenlijk initiatief van Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, LandschappenNL, Atletiekunie, KNHS, KWbN, Wandelnet, Sportvisserij Nederland en NTFU.

Wat is het Recreatiezoneringsplan Veluwe?

De Veluwe is populair bij recreanten, ze komen er graag om van die prachtige natuur te genieten. Dat willen we graag zo houden. Wel zijn we op zoek gegaan naar een nieuwe, betere balans tussen de ruimte voor de natuur en mens. De Veluwe is een van de grootste natuurgebieden van Nederland en onderdeel van het Europese netwerk van beschermde natuurgebieden: Natura 2000. Het gaat helaas niet goed met deze prachtige Gelderse natuur. Door verdroging, verzuring, vermesting en verstoring gaan bomen dood en verdwijnen planten en dieren. Daarom werken heel veel partijen samen om de Veluwse natuur weer sterk te maken. Er worden herstelprogramma’s gemaakt voor bossen, vennen en venen, heide en stuifzanden en beken.

De provincie Gelderland heeft, in samenwerking met terreineigenaren en gemeenten, een Veluwebreed Recreatiezoneringsplan gemaakt waarin de balans is gezocht tussen natuur en recreatie. Met de constructieve input van tal van bewoners, gebruikers en ondernemers op de Veluwe ligt er een plan waarin beschermen én beleven hand in hand gaan. Een eerste, maar belangrijke, stap om de komende jaren richting te geven aan het recreatief gebruik van de Veluwe.

Het plan is een eerste stap om de komende 10 jaar richting te geven aan het recreatief gebruik van de Veluwe.

De Veluwe is een prachtig natuurgebied, met haar rijke natuur en variatie aan landschappen. De Veluwe is populair bij recreanten, ze komen er graag om van die prachtige natuur te genieten. Dat willen we graag zo houden. Wel gaan we op zoek naar een nieuwe, betere balans tussen de ruimte voor de natuur en de mens.

Want de natuur op de Veluwe gaat achteruit. Een van de oorzaken is verstoring door recreatie, verkeer en evenementen. Vooral in kwetsbare delen van de Veluwe hebben planten en dieren hieronder te lijden. Zo erg zelfs dat sommige soorten van de Veluwe dreigen te verdwijnen of uit te sterven met als risico dat we de soortenrijke natuur op de Veluwe kwijtraken. U kunt de natuur helpen door de regels die er zijn te respecteren. Maar er is meer nodig.

Kwetsbaar
Op de meest kwetsbare plekken gaan we planten en dieren beschermen door ze meer rust te bieden. Waar nodig verleggen we paden en routes. Op andere plekken gaan we de recreatiemogelijkheden juist verbeteren. Beiden zorgen ervoor dat we van de Veluwse natuur kunnen blijven genieten. Er is veel te zien en te beleven, en dat willen we graag zo houden!


Zo staat het te lezen op verschillende websites die hierbij betrokken zijn. 

Te veel op te weinig ruimte

Nederland is een klein landje, met veel inwoners en weinig groen. We duiken met z’n allen graag de natuur in om even aan de dagelijkse beslommeringen te ontsnappen. Deze toestroom is sinds de coronapandemie alleen nog maar toegenomen.

Het gevolg is dat de toenemende drukte een zware wissel trekt op natuurgebieden. Boswachters signaleren dat elk wildpaadje wordt belopen of bereden. Als er eenmaal een paar voetstappen staan of er ligt een bandenspoor, zien veel wandelaars en fietsers dat als een uitnodiging er ook overheen te gaan. 

Planten en dieren hebben hier onder te lijden. Broedgevallen mislukken bijvoorbeeld en het leefgebied van beesten wordt kleiner omdat ze vaker verstoord worden. Daarnaast zorgt ook zwerfafval voor schade: dieren zien het aan voor voedsel, met alle gevolgen van dien.

Evenwicht herstellen

Door recreatie in goede banen te leiden, kan het evenwicht worden hersteld. Zones voor verschillende vormen van gebruik: zones waar wandelaars, fietsers en ruiters ten volle kunnen blijven genieten en de natuur niet onbedoeld verstoren. Zo blijft het mogelijk oog in oog te staan met een wild zwijn of edelhert en door oerbos en stuifzand te fietsen of wandelen. Daar waar de natuur meer bescherming nodig heeft, zijn of komen stiltegebieden. Daarnaast wordt gewerkt aan een goed bereikbare Veluwe, met herkenbare ingangen, aantrekkelijke ontvangstlocaties en goede informatievoorzieningen. Bezoekers kunnen gemakkelijk informatie vinden over wat wel en niet kan.

Wandelen en waarnemen

Een wandelaar heeft meestal oog voor al datgene wat hij of zij waarneemt in de omgeving van de wandeling. Vaak wordt dan de vraag gesteld wat de naam is van datgene wat we zien. Op internet is dan meestal wel het antwoord te vinden. Misschien is de website van waarneming.nl al bekend bij enkelen. Hier kan men zelf ook waarnemingen invoeren, foto’s van anderen bekijken en geluiden uit de natuur afspelen.

Waarneming.nl is het grootste natuurplatform van Nederland en onderdeel van Stichting Natuurinformatie. Waarneming.nl wil iedereen in staat stellen om natuurwaarnemingen op te slaan en te delen via internet, om zo de natuurrijkdom van Nederland en de wereld vast te leggen voor nu en voor de toekomst. Het platform werkt hiertoe samen met duizenden vrijwilligers, zowel rechtstreeks als via meer dan 300 regionale en landelijke werkgroepen. We verzamelen en tonen gegevens maar interpreteren deze niet. Dat is een taak voor andere organisaties.

Neem eens een kijkje op hun website en ontdek hoe mooi de natuur is. Je gaat het wandelen nog meer waarderen, maar dat was al bij ons bekend.

Burlen en blaffen op de Veluwe

Burlende (edel)herten

Het burlen van herten is een waar spektakel in september en oktober. Voor liefhebbers van wild en natuur en voor fotografen is dit jaarlijks een bijzonder moment. De herten proberen indruk te maken op de vrouwen en dat gaat gepaard met veel vertoon en geluid. Het burlen van de mannetjesherten galmt door de bossen en om het bezit van hinden kan soms fel gevochten worden. Verschillende natuurgebieden bieden een prachtig decor voor dit schouwspel. Het mannetje ligt soms wel tientallen klimmers af om de plek van de hindes te vinden.
Burlen doen de edelherten om een vrouwtje (een hinde) te versieren en om rivalen weg te jagen. Twee weken voor de bronsttijd begint, is het burlen al te horen. De mannetjes oefenen hun ‘stem’ alvast voor de hoog bronst, voor het serieuze werk.

Wat is bronst?

Een hinde is bronstig gedurende een dag en de herten zijn enkele weken in staat van opwinding. Wordt ze in die dag niet bevrucht, dan ovuleert ze na ongeveer 18 dagen opnieuw. Dat kan zich tot 3 à 6 maal herhalen voordoen. Algemeen geldt dat de de bronst duurt van midden september tot begin oktober.
De bronst vindt dus plaats aan het einde van de zomer. Het edelhert gaat op zoek naar een partner. Dit is de paartijd, die ook wel bronst wordt genoemd. De mannetjes laten in deze periode hun lokroep horen, het burlen, en strijden op vele manieren om de vrouwtjes. Het lichamelijk imponeren en de bronstroep vormen een indrukwekkend tafereel.

Bronsttijd, voortplanting en leeftijd

In de bronsttijd proberen de mannetjes harems te vormen. Dit doen ze door luid te burlen en hun krachten te meten met rivalen. Rivalen lopen dan langzaam naast elkaar. Vaak zal er één weglopen, maar als ze even sterk zijn, kan een gevecht losbarsten. Tijdens een gevecht trachten de herten elkaar met hun gewei weg te drukken, waarbij soms verwondingen of afgebroken geweien voorkomen. De winnaar, ook wel plaatshert genoemd, dekt de hindes. Hij blijft daarvoor enige tijd bij de groep, de leidhinde blijft de groep echter leiden.
Hoe sterker en gezonder het mannetje, hoe groter zijn harem. Het succesrijkst zijn herten van een jaar of acht. Deze kunnen harems vormen van 10 à 20 hinden.

De mannetjes maken modderputten met hun gewei of ze gebruiken natte plekken in het terrein, die ze met urine en sperma besprenkelen (zoelbaden). Hierin wentelen ze zich. Met het laagje modder dat zo op hun huid ontstaat, imponeren ze de vrouwtjes. Als een hinde wil paren, brengt zij een speciale geur voort. Het mannetje wordt door deze geur aangetrokken. Hij achtervolgt de hinde en besnuffelt haar van alle kanten.
Na de bronst zijn de mannelijke dieren vaak uitgeput door de forse inspanningen, maar ook omdat ze gedurende ongeveer een maand nagenoeg geen voedsel tot zich nemen. Hun lichaamsgewicht kan tot dertig procent afnemen.

Eind mei- juni, na een draagtijd van acht en een halve maand, wordt één kalf (zelden twee) geboren dat bij de geboorte ongeveer 60 cm lang is. Hinden die een kalf verwachten, zonderen zich van het roedel af. Een kalf heeft witte vlekken op zijn vacht die na twee maanden weer verdwijnen. Het kalf kan al na enkele minuten lopen en na 7-10 dagen zijn moeder volgen. De eerste twee weken blijft het jong echter vaak alleen en komt de moeder alleen terug om het jong te zogen. Gedurende deze tijd drukt het jong zich tegen de grond, verscholen in hoog gras of tussen het struikgewas. Het jong wordt zo’n zes tot tien maanden gezoogd. Binnen de roedel vormen zich soms crèches van meerdere jongen, die vaak met elkaar spelen. Het kalf blijf twee jaar bij de moeder. Na ongeveer zeven jaar zijn de jongen volgroeid.

Mannetjes zijn na een tot drie jaar geslachtsrijp, vrouwtjes na twee á drie jaar. Jonge herten verlaten vaak hun geboortegebied zodra ze zelfstandig zijn. Hinden blijven meestal trouw aan hun geboorteplek en de woongebieden van deze hinden overlappen meestal met dat van hun moeder.
Edelherten worden maximaal vijfentwintig jaar oud, maar vaak niet ouder dan vijftien jaar. Het sterftecijfer is het hoogst onder kalfjes tussen de acht en elf maanden.

Op excursie?

Helaas zijn de excursies ook dit jaar op de Veluwe al snel weer uitverkocht. Via internet kun je nog zelf plaatsen vinden waar je dit ’s avonds kunt horen. Al is het tegenwoordig niet mogelijk om na zonsondergang het bos in te gaan, langs de weg is dit ook wel te horen. Het geluid draagt aardig ver.

edelherten 1

edelherten 2

edelherten 3

edelherten 4

Burlende damherten

De bronstperiode van de damherten duurt van oktober tot in november, maar het hoogtepunt van de gevechten ligt in de tweede helft van oktober. Na het schuren en rammen van boompjes en struiken, waarbij met sterke muskusgeuren het territorium wordt afgezet, gaan ze helemaal los.
De herten zoeken elkaar op in de vaak traditionele bronstarena’s die ze al jaren achtereen gebruiken. De hindes kijken ondertussen vanaf de zijlijn gespannen toe. De dominante bokken vechten hier hun harem bij elkaar, en jagen rivalen weg door imponeergedrag, bronstroepen en niet zelden heftige gevechten. Zowel de hindes als de dominante herten blijven hierna nog lang in de buurt van de bronstplekken hangen. Met als resultaat dat vanaf mei tot ver in de zomer van het volgend jaar de jonge damhertjes worden geboren.

De meeste bronstactiviteiten vinden ’s ochtends en aan het eind van de middag plaats. Gewoon rond dit tijdstip gaan wandelen door gebieden waar ze voorkomen, je hoort dan van grote afstand al het geburl dat wel iets wegheeft van brullende leeuwen. Dan voorzichtig die kant op sluipen en proberen het gevecht mooi in de kijker of telelens te krijgen.

Voortplanting en leeftijd 

De voortplantingsperiode (ook wel bronsttijd genoemd) duurt van de tweede helft van oktober tot begin november. Voorafgaand aan deze periode gaan de mannetjes gevechten aan voor een bronstplaats. Meestal zijn dit schijngevechten, maar echte gevechten komen voor. Er vallen zelden doden. De veroverde bronstplaats (of ‘lek’) wordt gemarkeerd door langs de bomen te schuren. Met de hoeven krabt het mannetje een ondiepe kuil in de grond, die hij besproeit met urine en sperma waarin hij zichzelf wentelt. Hiermee en met luide brullen lokt het mannetje de hindes.

In mei tot juli, na een draagtijd van 230 dagen, wordt één kalf (zelden twee) geboren. Het kalf weegt ongeveer 4,5 kg en heeft hetzelfde kleurenpatroon als volwassen dieren. Het kalf houdt zich de eerste weken verscholen in de vegetatie, maar het kan zijn moeder al volgen. Na twaalf weken trekt het grazend met de moeder mee maar wordt af en toe nog gezoogd. Na 5 tot 10 maanden wordt het jong gespeend.

Vrouwtjes zijn na zestien maanden geslachtsrijp, mannetjes na 7-14 maanden. Jonge mannetjes hebben weinig kans zich voort te planten, aangezien ze nog niet sterk genoeg zijn om een lek te veroveren. Een hinde kan 16 jaar oud worden, een hert 8 tot 10 jaar. In gevangenschap zelfs twintig jaar.

damherten 1

damherten 2

damherten 3

En de reebok? Die blaft…

Een ree kan verschillende geluiden maken. Zo kan hij blaffen, klagen en fiepen. Het klagen en fiepen klinkt als piepgeluidjes. Het blaffen lijkt echt op het blaffen van een hond. Een ree maakt dit geluid als het iets bijzonders waarneemt waarvan het niet thuis kan brengen wat het is. Hij alarmeert daarmee ook de andere reeën. Het fiepen, een hoge fluittoon, gebruiken de geit en de kalveren om contact met elkaar te houden.
Het ree is de oudste hertensoort van Europa en nader verwant aan de eland dan aan edelhert. Het gewei groeit, anders dan bij het edelhert, in de winter en wordt in het vroege voorjaar geveegd. Het is relatief klein en heeft zelden meer dan zes enden. Een reeëngewei weegt zelden meer dan 500 gram. Ook bij reebokken geldt dat bij het ouder worden het gewei korter en dikker wordt. De maximale leeftijd van een ree is ongeveer 12 jaar.
Reeën zijn veel minder sociaal dan edelherten en leven het grootste deel van het jaar alleen. Een ree is een snoeper, zijn pens is relatief klein en reeën kunnen alleen voedsel van hoogwaardige kwaliteit verteren. Dit betekent dat zij zéér selectief hun menu samenstellen met veel afwisseling en bij voorkeur jonge scheuten van loofbomen en kruiden.

Bronsttijd, draagtijd en geboorte

De bronsttijd is eind juli, begin augustus en door hun sterke territoriumgedrag worden alleen hierbinnen geiten beslagen. Reebokken burlen niet zoals herten en afgezien van een soort blaffend geluid dat soms gehoord kan worden verloopt de bronst geruisloos. Grote afstanden worden niet afgelegd, maar bokken rennen langdurig achter de geit aan in steeds kleiner wordende cirkels totdat zij eindelijk stopt en beslagen kan worden.
De draagtijd van reeën is extreem lang in relatie tot het lichaamsgewicht, namelijk 10½ maand. De eerste maanden blijft het bevruchte eitje in rust en pas in januari gaat de foetus zich ontwikkelen. Vanaf medio mei worden dan meestal twee kalfjes geboren, prachtig gespikkeld.

reeën 1

reeën 2

Thuis genieten

Het is niet iedereen gegeven om dit allemaal zelf te kunnen waarnemen. Via internet is er ook veel te zien en te horen. Daarom dit artikel tijdelijk op onze website. Genieten kan dus ook vanuit de luie stoel thuis…

Voorjaar en de eikenprocessierups

De eikenprocessierups (Thaumethopea processionea) is de rups van een nachtvlinder. In de maanden mei, juni en juli zijn op veel eikenbomen in vrijwel heel Nederland behaarde rupsen te vinden. De rupsen gaan ’s nachts groepsgewijs – in processie – op zoek naar voedsel (eikenbladeren); vandaar de naam eikenprocessierups. Na contact met de microscopisch kleine, pijlvormige brandharen van deze rups kunnen klachten ontstaan zoals jeuk, huiduitslag, irritatie aan de ogen of aan de luchtwegen.

De eikenprocessierups is één van de diersoorten die geprofiteerd hebben van de geleidelijke verandering van ons klimaat. De rups is zijn opmars begonnen in het zuiden van Nederland, maar is inmiddels in alle provincies aanwezig. Sinds 1990 heeft Nederland te maken met rupsen van de eikenprocessievlinder. Eikenbomen met eikenprocessierupsen zijn te herkennen aan de specifieke nesten: dichte spinsels van vervellingshuidjes, uitwerpselen en brandharen. De plaag van de eikenprocessierups begon in Nederland met de ontdekking van enkele nesten in een wegbeplanting in het zuiden van Noord-Brabant. Sindsdien heeft de rups zich steeds verder naar het noorden toe uitgebreid.

De eikenprocessierups kan in hogere dichtheden een bedreiging vormen voor de menselijke gezondheid. De risico’s worden vooral veroorzaakt door de vrijkomende brandharen (half mei-juli) en bij de verdere verspreiding van deze brandharen door verwaaiing uit spinselnesten en van lege nesten (juli-september).

Particulieren wordt afgeraden met de rupsen zelf te bestrijden, vanwege de kans op verspreiding van brandhaartjes. Nesten kunnen eventueel met haarlak worden bespoten om de beestjes vast te plakken. De mogelijkheden voor het gebruik van bestrijdingsmiddelen zijn beperkt, omdat die schadelijk kunnen zijn voor andere insecten en vogels.

Eikenprocessierups (Luc Hoogenstein, commons.wikimedia.org)

Het ondersteunt hiermee professionals van regionale GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst Gemeentelijke Gezondheidsdiensten bij hun werk over de eikenprocessierups.

Wat moet je doen als je ermee in aanraking komt?
Het RIVM verzamelt kennis en informatie over de gezondheidseffecten van de eikenprocessierups en stelt die beschikbaar.

Het kennisplatform Processierups publiceert vanaf 2021 regelmatig een digitale nieuwsbrief over alle aspecten rond de rups. Van ecologie tot onderzoek en van nieuws tot achtergrondinformatie, bestemd voor beheerders, bestuurders en andere betrokkenen.
In de nieuwsbrief leest u over actuele ontwikkelingen op het gebied van beheersing, preventie en onderzoek. Deskundigen van het Kennisplatform werken daarbij samen met deskundigen van het kenniscentrum eikenprocessierups en elders en met professionals uit de provincies Brabant, Gelderland, Overijssel en Limburg. De nieuwsbrief wil juist aandacht besteden aan regionale oplossingen en inzichten, met als doel zo veel mogelijk anderen daarvan te laten profiteren.