Wat ben ik blij dat ik mijn jeugd en de langste tijd van mijn leven niet in deze tijd heb doorgebracht. En wat heb ik medelijden met de jeugd van nu en de tijd die nog komen gaat. Want wat was het vroeger een mooie tijd.
In het Nederland waarin ik ben opgegroeid, gingen we naar de platenzaak om singeltjes te beluisteren en eventueel te kopen. Was je blij met twee gulden zakgeld per week. Iedereen ging naar V&D of Jamin voor een drie-dubbel ijsje (ijs tussen twee wafeltjes). Toen hadden winkels gewoon vier muren in plaats van drie w’s (www). Naar de stad gaan was een belevenis en gezellig.
Er waren tradities. Tradities die nu niet meer kunnen, of die steeds meer worden afgeschaft. Omdat men ze discriminerend vindt of omdat het niet bij de multiculti samenleving past. Veel wordt er verboden, waardoor de tradities verdwijnen. Iedereen wil uit het verleden overal excuses voor krijgen. Nou, ik heb ze nooit gekregen, jij wel?
Als je in een bus van de VAD (Veluwse Autobus Dienst) stapte, kon je aan de kleur zien of het een stadsbus of een streekbus was. We hebben wat verschillende vervoerders gehad: VAD, Midnet, Connexxion, Syntus, Keolis, en nu Rrreis. Kun je het nog volgen? Nu moet je maar afwachten of er een bus komt, of moet je kiezen uit allerlei andere busjes (bus komt zo?). Kijk maar even op de app of er een bus komt, krijg je te horen. Ja, volgens de app komt hij of toch niet? Helaas, net voorbij, vergeten je hand op te steken!
Een kaartje kopen bij de chauffeur was normaal. Die man behandelde je met respect. Een chipkaart bestond nog helemaal niet.

Een trein was van de NS en dat kon je aan het logo zien. Kaartjes werden voorzien van een gaatje als de conducteur kwam controleren (ken je het geluid nog herinneren?). Dat was een belevenis, want treinpersoneel had aanzien. Tegenwoordig met de trein ben je blij als je tenminste met de trein kunt en geen enkel risico hebt opgelopen. Eerst nog de poortjes zien te passeren en zorgen dat je je ov-chipkaart hebt opgeladen! Gewoon kaartje kopen aan het loket is er niet meer bij. Kun je je niet meer voorstellen.
Spelen deed je buiten. Stoepranden, knikkeren, hinkelen, verstoppertje of voetballen, noem maar op. Met een hoop herrie en geschreeuw en natuurlijk haalde je kattenkwaad uit. Dat hoorde bij het opgroeien.
Overvallen, inbraken en zakkenrollerij haalde de krant nog. Gewoon omdat ze niet aan de orde van de dag waren. Als je met je kattenkwaad de politie tegenkwam, dan schrok je en gedroeg je je respectvol in de hoop dat ze niet naar je ouders gingen. Van een boa hadden we nog nooit gehoord, ja als slang op school.
Als het donker werd, dan was je thuis binnen. Jeugd ’s avonds of ’s nachts op straat kwam bijna niet voor. Behalve als ze op stap gingen naar de disco of de kroeg. Oké, we haalden toen ook wel eens wat uit… Toen moest je om 23.00 uur thuis zijn! En anders keek je samen met je ouders televisie op de bank met chips en limonade.
Je luisterde naar de radio en nam je favoriete muziek op met je cassetterecorder. Die luisterde je dan af via je walkman. Oma luisterde naar de plaatselijke piraat met z’n piratenmuziek. Piraat zijn was toen nog een kat en muisspel in plaats van een grote misdaad, waar tegenwoordig zelfs boobytraps geplaatst worden om de controleurs buiten te houden.
Koeien stonden in de wei en ze waren nog gewoon onderdeel van de natuur in plaats van slecht voor het milieu. Nu staan koeien, varkens of kippen in mega-stallen. Bij een brand of epidemie gaan er duizenden tegelijk dood, wat een tijd.
De post kwam iedere werkdag en op zaterdag en je wist ook dat je post goed werd bezorgd, want het waren beëdigde postbodes in plaats van bijbaantjes voor iedereen. Ook pakketjes gingen gewoon met de post. Nu bestellen we veel digitaal en allerlei busjes komen in de straat om het te brengen, als je tenminste thuis bent.
Bellen? Als je niet thuis was dan was je niet bereikbaar (lekker rustig). Als je dan toch moest bellen en thuis geen telefoon had, dan ging je naar een telefooncel waar je kwartjes en dubbeltjes in moest gooien. Klein geld wat toen meestal geen probleem, er was altijd een potje in huis met klein-geld. Nu, paniek als we een keer de telefoon niet bij ons hebben.
Ziektekosten, daar had je het ziekenfonds voor. Of je was particulier verzekerd. Ja, ook vroeger was er verschil! Van eigen risico en eigen bijdrages hadden we nog niet gehoord. Was er iets ernstigs dan ging je gewoon naar de eerste hulp. Dat was toen normaal.
Ben ik tegen vooruitgang? Absoluut niet, maar onze vooruitgang voelt langzaam maar zeker als onze ondergang. Betalen om te mogen sparen, betalen om te mogen doen, betalen omdat je niet alles vergoed krijgt van de zorgverzekering waar veel mensen niet eens het geld voor hebben om het te betalen.
Overal moet over gediscussieerd worden en zelfs gebakjes en toetjes moeten van naam veranderen omdat de naam niet meer mag. Er komen vanuit de gemeente, provincie of Den Haag steeds meer verboden om de hoek kijken waarvan je je afvraagt wat anderen ermee te maken hebben. Steeds meer beperkingen van het sociale leven en de tradities.
Niets is meer goed, bijna alles is slecht, of moet met iets van ‘vinden’. Acceptatie kennen we niet meer, we gaan tekeer op ‘social media’. Je auto, je gezondheid, het milieu, de boerderij. Alles moet anders. Soms zelfs is de natuur slecht voor het milieu. Want we moeten er wat van vinden!
Ik mis het Nederland van mijn jeugd en dat zal helaas niet meer terugkomen. Of word ik te oud ? Maar, je mag deze tekst gewoon gebruiken voor je eigen ‘social media’, gaan we toch een beetje met de tijd mee.
Bron: internet bewerking.