De mens als boosdoener?

In een vorig artikel heb ik (red.) eerder geschreven dat de mens net een virus is. Als je echt gaat kijken naar wat een virus is, dan is dit natuurlijk klinkklare onzin, maar kijk je naar het grote plaatje dan valt er wel degelijk wat voor te zeggen. De mens gedraagd zich net als een virus. Ze zijn ergens, doen niets anders als vermenigvuldigen, vernielen en verbruiken alle natuur (de aarde) die om zich heen zit, en als ze daar klaar zijn verplaatsen ze zich of breiden ze zich uit naar een nieuw stukje land.

Het zou kunnen zijn dat de natuur op aarde zich verzet tegen de mensen omdat die de hele natuur en de aarde uitput en kapot maakt. Al die virussen zijn dan een afweersysteem van de natuur om een populatie op peil te houden. Gewoon om te zorgen dat er niet te veel mensen komen die haar kunnen vernietigen. Helemaal uitroeien dat kan de natuur volgens mij niet, want daarvoor moet ze zichzelf bijna helemaal vernietigen. 

Maar is dat in een ver verleden al niet eens eerder gebeurd? Denk aan dinosaurussen. Eindigt ook op ‘russen’. Maar dat is toeval…
Nu zijn er mensen en natuur, als het zo door gaat is er dadelijk alleen nog saai, liefst grijs, beton. Overal boren we gaten en halen van alles uit de grond, hakken we bomen om, leggen we asfalt of andere bestrating neer, bouwen we huizen en fabrieken, enzovoort. De overblijvende troep geven we terug aan de aarde. Nog even en je kleinkinderen kunnen alleen nog een boom in een fotoboek zien…

Datzelfde zien we gebeuren bij bacteriën, steeds meer bacteriën zijn bestand tegen de huidige vorm van antibiotica. Virussen en bacteriën kunnen zich evolueren en zelfs muteren, maar dat hebben wij, mensen en dieren op deze aarde, toch ook gedaan?

Bacteriën en virussen zijn allebei erg klein. De mens kan van beide behoorlijk ziek worden. Voor beide geldt dat hoe sterker je immuunsysteem is, hoe kleiner de kans dat je een ziekte oploopt. Daarmee houden de overeenkomsten zo’n beetje op.

We komen niet, als de meeste dieren, in een natuurlijk evenwicht met onze omgeving. Als we een gebied hebben verknalt of verloren laten gaan, dan gaan we gewoon naar een ander gebied. Eerlijk is eerlijk de moderne  mens verbruikt per dag veel water en energie en stoot veel schadelijke stoffen uit. De wereld moet leven in een goede balans, maar de mensheid heeft dit in de laatste paar honderd jaar flink verpest (denk aan industrialisatie). Er zijn natuurlijk binnen de mensheid grote verschillen, de ene zet zich in de natuur te beschermen, de ander vernietigt het, maar over het algemeen zijn we natuurlijk niet goed bezig.

De mens zal zorgen voor de totale vernietiging van de aarde, en dus haar eigen leefgebied. Dit zal uiteindelijk ook zorgen voor de vernietiging van de mens zelf. Een virus, bacterie of parasiet zal nooit z’n totale leefomgeving verknallen, met als gevolg dat het er zelf slachtoffer van wordt. De mens is dus een stuk dommer dan een virus.

We zijn momenteel met meer dan zeven miljard. We zijn daarmee dan ook zeker geen bedreigde soort te noemen. Maar veilig zijn we allerminst: de mensheid kampt met diverse grote problemen. De grote vraag is dan ook: kunnen we ze het hoofd bieden? En zo nee, welk probleem wordt dan onze ondergang?
Wanneer gaan we echt beseffen dat we een onderdeel van de natuur zijn en dat niet alles meer kan?

John de Jager (red.), september 2022

Andere bronnen:
Geografie / Nemokennislink / De Groene Amsterdammer / MilieuCentraal

Mijn huur verandert – moet ik dat doorgeven?

Deze wijziging is van belang voor uw huurtoeslag

De jaarlijkse huurverhoging hoeft u meestal niet door te geven, die krijgen we bijna altijd door van uw verhuurder. Gaat u verhuizen? Geef dan uw nieuwe huur aan de belastingdienst door, nadat u bent verhuisd.

Wat zijn de gevolgen voor mijn huurtoeslag?

Als uw huur of eventuele servicekosten wijzigen, kan dat gevolgen hebben voor de hoogte van uw huurtoeslag. Maak een proefberekening. Bij de berekening van de huurtoeslag gaan we uit van de rekenhuur: de kale huur plus (een deel van) de servicekosten.

Jaarlijkse huurverhoging

De jaarlijkse huurverhoging van 1 juli krijgen wij meestal door van uw verhuurder. U ziet de nieuwe huur dan in Mijn toeslagen. We passen uw toeslag nog niet direct aan. Uw maandelijkse voorschot blijft dus hetzelfde. We verwerken de jaarlijkse huurverhoging pas bij de definitieve berekening. Die krijgt u na afloop van het jaar. Als u te weinig toeslag hebt gekregen, betalen we die alsnog uit.

Heeft uw verhuurder de jaarlijkse huurverhoging nog niet doorgegeven? Dan moet u dit zelf doen. We passen uw toeslag dan wel direct aan. In Mijn toeslagen kunt u zien of uw verhuurder de verhoging al heeft doorgegeven.

Mijn huur komt boven de maximale huurgrens

Komt uw huur door een huurverhoging boven de maximale huurgrens? Maar kreeg u eerder al huurtoeslag voor die woning? Dan houdt u recht op huurtoeslag. We noemen dat verworven recht. U moet dan nog wel voldoen aan alle andere voorwaarden voor huurtoeslag.

Verder lezen?

Gaat het nu al mis op gloednieuwe pumptrack in Zuidbroek?

Het zal toch niet? Heeft Zuidbroek eindelijk een pumptrack, lijkt het er op dat er binnen de kortste keren ellende is rond die baan. In elk geval gaan er zorgwekkende verhalen rond op sociale media. Over messen, nepwapens, intimidatie, agressie – en dat bij kinderen. Serieuze problemen, of is het ‘gedoe’ dat nou eenmaal bij jeugd hoort?

Sinds juli heeft de jeugd van Zuidbroek zijn langverwachte pumptrack. Een minicircuit waar je met een step, skateboard, fiets of andere wieltjes overheen kunt razen. Het bleek een schot in de roos. De baan wordt veel gebruikt en het is een populaire verzamelplek. Allebei mooi, zou je zeggen, maar het één kan het ander in de weg zitten.

Want soms botsen de doelen van jonge kinderen die lekker willen spelen met die van de wat oudere – twaalfplussers – die cool of stoer aanwezig willen zijn. Dat gebeurt op meer plekken, maar rond de pumptrack gaat het nu de verkeerde kant op, klinken verhalen.

Er zijn berichten over kinderen die zijn aangevallen. Over schelden, het aanbieden van elektronische sigaretten aan de jongsten, vechtpartijen, irritant gedrag als het blokkeren van het fietspad.

,,Dat is de reden dat ik hier sta’’, zegt een 52-jarige man. Deze avond draaien zo’n tien jochies hun rondjes. Een handjevol wat grotere jongens zit te zitten. De 52-jarige hangt op zijn fiets naast de baan, terwijl zijn 9-jarige zoon over het asfalt scheurt. ,,Vanaf het begin is hij hier te vinden.’’

Alert
De verhalen die rondgaan maakten de vader alert. Inmiddels heeft hij zelf geconstateerd dat er soms sprake is van agressie. ,,Het is een heel kleine groep die het verpest. Iets van messen heb ik nooit gezien, maar er wordt gescholden, uitgelokt. Voor mij is het in elk geval ernstig genoeg om mijn zoon niet zomaar hier naartoe te laten gaan. Ik blijf, of ik kom regelmatig even kijken.’’ De wijkbewoner hoopt dat politie en gemeentelijk toezichthouders vaker een kijkje nemen. ,,En dat het dan vanzelf weer overwaait.’’

Bron: de de Stentor van 29 augustus 2022.

Verkeersontsluiting wijk Zuidbroek, Apeldoorn

Het college van B&W van de gemeente Apeldoorn heeft besloten om drie hoofdentrees voor de wijk te realiseren. Daarnaast om maatregelen te treffen om doorgaand verkeer door de wijk te voorkomen.

Wat houdt de oplossing in?

Het creëren van drie hoofdentrees (‘voordeuren’) voor de wijk Zevenhuizen Zuidbroek:

  • Eerste hoofdentree is via de Laan van de Leeuw (vanaf de Oost Veluweweg). Dit is een bestaande weg maar moet wel meer herkenbaarheid krijgen als ‘voordeur’ naar de woonwijk. 
  • Tweede hoofdentree is voor het toekomstige wijkdeel De Wellen gepland vanaf de Deventerstraat. Met het verder ontwikkelen van dit wijkdeel wordt de verkeersontsluiting vanaf de Deventerstraat meegenomen. 
  • Derde hoofdentree is via de Sluisoordlaan (vanaf de Laan van Zevenhuizen), langs winkelcentrum Anklaar, via de Anklaarseweg naar de busbaan tot aan de Laan van de Charleston nabij het Kristal. We passen de wegen aan zodat ze herkenbaar zijn als hoofdentree en om het auto,- en fietsverkeer goed af te kunnen wikkelen.
Maatregelen tegen sluipverkeer

Op de Laan van Zevenhuizen is een groene golf ingesteld waardoor het autoverkeer via de hoofdwegenstructuur goed en vlot verschillende bestemmingen (woonwijken en bedrijvenparken) kan bereiken. 

Zie ook ons nieuwsbericht van 21 januari 2024.

Dit bericht was eerder geplaatst op 08-08-2020. Informatie gemeente Apeldoorn aangepast op 18-05-2021, 13-05-2022 en op 16-06-2023.

Lees verder… op de website van de gemeente.

Burlen en blaffen op de Veluwe

Burlende (edel)herten

Het burlen van herten is een waar spektakel in september en oktober. Voor liefhebbers van wild en natuur en voor fotografen is dit jaarlijks een bijzonder moment. De herten proberen indruk te maken op de vrouwen en dat gaat gepaard met veel vertoon en geluid. Het burlen van de mannetjesherten galmt door de bossen en om het bezit van hinden kan soms fel gevochten worden. Verschillende natuurgebieden bieden een prachtig decor voor dit schouwspel. Het mannetje ligt soms wel tientallen klimmers af om de plek van de hindes te vinden.
Burlen doen de edelherten om een vrouwtje (een hinde) te versieren en om rivalen weg te jagen. Twee weken voor de bronsttijd begint, is het burlen al te horen. De mannetjes oefenen hun ‘stem’ alvast voor de hoog bronst, voor het serieuze werk.

Wat is bronst?

Een hinde is bronstig gedurende een dag en de herten zijn enkele weken in staat van opwinding. Wordt ze in die dag niet bevrucht, dan ovuleert ze na ongeveer 18 dagen opnieuw. Dat kan zich tot 3 à 6 maal herhalen voordoen. Algemeen geldt dat de de bronst duurt van midden september tot begin oktober.
De bronst vindt dus plaats aan het einde van de zomer. Het edelhert gaat op zoek naar een partner. Dit is de paartijd, die ook wel bronst wordt genoemd. De mannetjes laten in deze periode hun lokroep horen, het burlen, en strijden op vele manieren om de vrouwtjes. Het lichamelijk imponeren en de bronstroep vormen een indrukwekkend tafereel.

Bronsttijd, voortplanting en leeftijd

In de bronsttijd proberen de mannetjes harems te vormen. Dit doen ze door luid te burlen en hun krachten te meten met rivalen. Rivalen lopen dan langzaam naast elkaar. Vaak zal er één weglopen, maar als ze even sterk zijn, kan een gevecht losbarsten. Tijdens een gevecht trachten de herten elkaar met hun gewei weg te drukken, waarbij soms verwondingen of afgebroken geweien voorkomen. De winnaar, ook wel plaatshert genoemd, dekt de hindes. Hij blijft daarvoor enige tijd bij de groep, de leidhinde blijft de groep echter leiden.
Hoe sterker en gezonder het mannetje, hoe groter zijn harem. Het succesrijkst zijn herten van een jaar of acht. Deze kunnen harems vormen van 10 à 20 hinden.

De mannetjes maken modderputten met hun gewei of ze gebruiken natte plekken in het terrein, die ze met urine en sperma besprenkelen (zoelbaden). Hierin wentelen ze zich. Met het laagje modder dat zo op hun huid ontstaat, imponeren ze de vrouwtjes. Als een hinde wil paren, brengt zij een speciale geur voort. Het mannetje wordt door deze geur aangetrokken. Hij achtervolgt de hinde en besnuffelt haar van alle kanten.
Na de bronst zijn de mannelijke dieren vaak uitgeput door de forse inspanningen, maar ook omdat ze gedurende ongeveer een maand nagenoeg geen voedsel tot zich nemen. Hun lichaamsgewicht kan tot dertig procent afnemen.

Eind mei- juni, na een draagtijd van acht en een halve maand, wordt één kalf (zelden twee) geboren dat bij de geboorte ongeveer 60 cm lang is. Hinden die een kalf verwachten, zonderen zich van het roedel af. Een kalf heeft witte vlekken op zijn vacht die na twee maanden weer verdwijnen. Het kalf kan al na enkele minuten lopen en na 7-10 dagen zijn moeder volgen. De eerste twee weken blijft het jong echter vaak alleen en komt de moeder alleen terug om het jong te zogen. Gedurende deze tijd drukt het jong zich tegen de grond, verscholen in hoog gras of tussen het struikgewas. Het jong wordt zo’n zes tot tien maanden gezoogd. Binnen de roedel vormen zich soms crèches van meerdere jongen, die vaak met elkaar spelen. Het kalf blijf twee jaar bij de moeder. Na ongeveer zeven jaar zijn de jongen volgroeid.

Mannetjes zijn na een tot drie jaar geslachtsrijp, vrouwtjes na twee á drie jaar. Jonge herten verlaten vaak hun geboortegebied zodra ze zelfstandig zijn. Hinden blijven meestal trouw aan hun geboorteplek en de woongebieden van deze hinden overlappen meestal met dat van hun moeder.
Edelherten worden maximaal vijfentwintig jaar oud, maar vaak niet ouder dan vijftien jaar. Het sterftecijfer is het hoogst onder kalfjes tussen de acht en elf maanden.

Op excursie?

Helaas zijn de excursies ook dit jaar op de Veluwe al snel weer uitverkocht. Via internet kun je nog zelf plaatsen vinden waar je dit ’s avonds kunt horen. Al is het tegenwoordig niet mogelijk om na zonsondergang het bos in te gaan, langs de weg is dit ook wel te horen. Het geluid draagt aardig ver.

edelherten 1

edelherten 2

edelherten 3

edelherten 4

Burlende damherten

De bronstperiode van de damherten duurt van oktober tot in november, maar het hoogtepunt van de gevechten ligt in de tweede helft van oktober. Na het schuren en rammen van boompjes en struiken, waarbij met sterke muskusgeuren het territorium wordt afgezet, gaan ze helemaal los.
De herten zoeken elkaar op in de vaak traditionele bronstarena’s die ze al jaren achtereen gebruiken. De hindes kijken ondertussen vanaf de zijlijn gespannen toe. De dominante bokken vechten hier hun harem bij elkaar, en jagen rivalen weg door imponeergedrag, bronstroepen en niet zelden heftige gevechten. Zowel de hindes als de dominante herten blijven hierna nog lang in de buurt van de bronstplekken hangen. Met als resultaat dat vanaf mei tot ver in de zomer van het volgend jaar de jonge damhertjes worden geboren.

De meeste bronstactiviteiten vinden ’s ochtends en aan het eind van de middag plaats. Gewoon rond dit tijdstip gaan wandelen door gebieden waar ze voorkomen, je hoort dan van grote afstand al het geburl dat wel iets wegheeft van brullende leeuwen. Dan voorzichtig die kant op sluipen en proberen het gevecht mooi in de kijker of telelens te krijgen.

Voortplanting en leeftijd 

De voortplantingsperiode (ook wel bronsttijd genoemd) duurt van de tweede helft van oktober tot begin november. Voorafgaand aan deze periode gaan de mannetjes gevechten aan voor een bronstplaats. Meestal zijn dit schijngevechten, maar echte gevechten komen voor. Er vallen zelden doden. De veroverde bronstplaats (of ‘lek’) wordt gemarkeerd door langs de bomen te schuren. Met de hoeven krabt het mannetje een ondiepe kuil in de grond, die hij besproeit met urine en sperma waarin hij zichzelf wentelt. Hiermee en met luide brullen lokt het mannetje de hindes.

In mei tot juli, na een draagtijd van 230 dagen, wordt één kalf (zelden twee) geboren. Het kalf weegt ongeveer 4,5 kg en heeft hetzelfde kleurenpatroon als volwassen dieren. Het kalf houdt zich de eerste weken verscholen in de vegetatie, maar het kan zijn moeder al volgen. Na twaalf weken trekt het grazend met de moeder mee maar wordt af en toe nog gezoogd. Na 5 tot 10 maanden wordt het jong gespeend.

Vrouwtjes zijn na zestien maanden geslachtsrijp, mannetjes na 7-14 maanden. Jonge mannetjes hebben weinig kans zich voort te planten, aangezien ze nog niet sterk genoeg zijn om een lek te veroveren. Een hinde kan 16 jaar oud worden, een hert 8 tot 10 jaar. In gevangenschap zelfs twintig jaar.

damherten 1

damherten 2

damherten 3

En de reebok? Die blaft…

Een ree kan verschillende geluiden maken. Zo kan hij blaffen, klagen en fiepen. Het klagen en fiepen klinkt als piepgeluidjes. Het blaffen lijkt echt op het blaffen van een hond. Een ree maakt dit geluid als het iets bijzonders waarneemt waarvan het niet thuis kan brengen wat het is. Hij alarmeert daarmee ook de andere reeën. Het fiepen, een hoge fluittoon, gebruiken de geit en de kalveren om contact met elkaar te houden.
Het ree is de oudste hertensoort van Europa en nader verwant aan de eland dan aan edelhert. Het gewei groeit, anders dan bij het edelhert, in de winter en wordt in het vroege voorjaar geveegd. Het is relatief klein en heeft zelden meer dan zes enden. Een reeëngewei weegt zelden meer dan 500 gram. Ook bij reebokken geldt dat bij het ouder worden het gewei korter en dikker wordt. De maximale leeftijd van een ree is ongeveer 12 jaar.
Reeën zijn veel minder sociaal dan edelherten en leven het grootste deel van het jaar alleen. Een ree is een snoeper, zijn pens is relatief klein en reeën kunnen alleen voedsel van hoogwaardige kwaliteit verteren. Dit betekent dat zij zéér selectief hun menu samenstellen met veel afwisseling en bij voorkeur jonge scheuten van loofbomen en kruiden.

Bronsttijd, draagtijd en geboorte

De bronsttijd is eind juli, begin augustus en door hun sterke territoriumgedrag worden alleen hierbinnen geiten beslagen. Reebokken burlen niet zoals herten en afgezien van een soort blaffend geluid dat soms gehoord kan worden verloopt de bronst geruisloos. Grote afstanden worden niet afgelegd, maar bokken rennen langdurig achter de geit aan in steeds kleiner wordende cirkels totdat zij eindelijk stopt en beslagen kan worden.
De draagtijd van reeën is extreem lang in relatie tot het lichaamsgewicht, namelijk 10½ maand. De eerste maanden blijft het bevruchte eitje in rust en pas in januari gaat de foetus zich ontwikkelen. Vanaf medio mei worden dan meestal twee kalfjes geboren, prachtig gespikkeld.

reeën 1

reeën 2

Thuis genieten

Het is niet iedereen gegeven om dit allemaal zelf te kunnen waarnemen. Via internet is er ook veel te zien en te horen. Daarom dit artikel tijdelijk op onze website. Genieten kan dus ook vanuit de luie stoel thuis…

Hitteplan bij diabetes: zo bescherm je jezelf tegen de zon en de warmte

Als de temperatuur buiten erg hoog oploopt en het langere tijd heet is, zorg dan dat je veel drinkt, extra meet en je medicijnen koel houdt. Volg daarnaast de tips van het RIVM.

De hitteplan-adviezen zijn vrij algemeen.
▪ Drink voldoende
▪ Houd uzelf koel
▪ Houd uw woning koel
▪ Zorg voor elkaar

Warmte en diabetes

Wat zijn nu de adviezen met deze warmte als je diabetes hebt? Op de website van Voluit leven met diabetes staat hierover meer informatie.

De invloed van warm weer op diabetes

Warmte heeft een behoorlijke invloed op je insulinebehoefte. Ook tabletgebruikers hoeven soms minder te slikken. Lees hieronder wat warmte met je bloedglucosewaarden en medicatie doet.

Je lichaam heeft minder behoefte aan insuline bij warm weer

Warmte vermindert de insulinebehoefte en zorgt ervoor dat insuline sneller wordt opgenomen. Meet daarom een keer extra voordat je de warmte in gaat en tijdens een dag in de zon. Hoge temperaturen stimuleren de doorbloeding. Voor wie insuline moet spuiten: de gespoten insuline komt door de hoge temperaturen sneller in het bloed terecht, waardoor het effect van de insuline eerder optreedt dan gebruikelijk. Daarom heb je mogelijk minder insuline nodig en ben je gevoeliger voor een hypo.

Veel drinken tijdens warm weer is nog belangrijker als je diabetes hebt

Zweet je door de warmte maar drink je te weinig? Dan werkt de insuline juist minder goed; want door uitdroging, gaat de insuline moeilijker je bloedbaan in. Drink dus veel en wees extra attent als je minder vaak naar het toilet moet dan normaal. Soms is ORS (Oral Rehydration Solution) tegen uitdroging een goede oplossing. Dit is een mengsel van zout en suiker, verkrijgbaar in zakjes en te koop bij de apotheek.

Verder lezen?

Wandelen in de hitte op oudere leeftijd

Lekker weer met tropische temperaturen is voor veel mensen genieten. Maar te veel hitte is niet goed voor de gezondheid en kan zelfs gevaarlijk zijn. Dit geldt vooral voor kwetsbare groepen zoals ouderen bij de wandelgroep. Neem maatregelen om overlast door hitte te beperken voor uzelf en mensen in uw omgeving.

Wil je wandelen met warm weer, dan kun je dat gerust doen, mits je een aantal voorzorgsmaatregelen in acht neemt en goed naar je lichaam blijft luisteren. Wandelen met extreme hitte is een ander verhaal. Probeer dat, als het kan, te vermijden. Het dient nergens toe. Blijf lekker thuis. Twijfel je om wel of niet te gaan, houd dan ook rekening met je gesteldheid. Sportieve, getrainde mensen hebben minder last van de warmte dan bijvoorbeeld mensen op oudere leeftijd. Extra risico lopen ook mensen die eerder problemen met hitte hebben gehad en wandelaars met overgewicht.

Mensen hebben een constante lichaamstemperatuur van zo rond de 37 graden celsius. Het lichaam zal er alles aan doen om die temperatuur ook te behouden; dan werkt alles optimaal. Het wordt gevaarlijk als de lichaamstempratuur stijgt boven de 42 graden.

Is het buiten warm en je gaat zelf ook nog eens warmte produceren door te gaan wandelen, dan zal het lichaam warmte moeten afvoeren om de gewenste 37 graden te blijven behouden. Het lichaam geeft de warmte af aan de omgeving. Dat is nu lastiger omdat de omgevingstemperatuur ook hoog is.

Eerst verwijden de bloedvaten in de huid zich, zodat de warmte gemakkelijker afgegeven wordt. Je kunt dat zien aan de rode kop die we krijgen. Het hart gaat harder werken om het bloed rond te pompen en de bloeddruk op peil te houden. Het lichaam maakt ook gebruik van de verdamping van zweet, waarmee warmte aan het lichaam wordt onttrokken. Het helpt als er een windje staat en als de luchtvochtigheid laag is.

Je zal je wandeltempo moeten aanpassen aan de temperatuur. Als je denkt in je normale tempo te kunnen lopen, dan kom je na een tijdje gegarandeerd de vrouw of man met de hamer tegen. Als je langzamer loopt produceert het lichaam minder warmte, waardoor het minder warmte hoeft af te voeren en je het wandelen langer volhoudt. Ook het houden van regelmatige pauzes in de schaduw zorgt dat je langer kan wandelen op hete dagen.

  • Zorg dat je tijdens het wandelen goed luistert naar je lichaam en op tijd stopt als je last krijgt van de hitte. Enkele signalen zijn hoofdpijn, duizeligheid, misselijkheid, spierkrampen, overgeven, rillerigheid en verwardheid. Deze signalen duiden op een tekort aan vocht, een zonnesteek of oververhitting. Neem deze signalen serieus en stop meteen met wandelen en indien dit niet mogelijk is houdt een langere pauze en breng je vochtniveau en zoutgehalte terug op peil.
  • Zorg dat je voldoende drinkt. Het is handig om al voordat je vertrekt een paar flinke glazen water gedronken te hebben. Drink niet pas als je dorst hebt, maar verlicht jezelf om bijvoorbeeld elk kwartier een paar slokken te nemen. Een goede graadmeter of je voldoende drinkt is de kleur van je urine. Die moet licht van kleur blijven.
  • Drink bij voorkeur water, thee of een sportdrank. Een sportdrank vult ook je zoutbehoefte en caloriebehoefte aan. Drink géén alcohol.
  • Eet niet te veel. Eet regelmatig, kleine hoeveelheden, licht verteerbaar voedsel. Het verteren van voedsel produceert warmte. Neem dus geen uitgebreide maaltijden met zware kost.
  • Heb je wat extra energie nodig denk dan aan een sportdrankje of druivensuiker ingenomen met water. Om je zoutbehoefte wat aan te vullen is een isotone sportdrank prima. Maar een handje chips, beker bouillon of wat zoute drop doet het ook goed. Zouttabletten worden afgeraden.
  • Indien mogelijk, zorg dan dat je begin van de ochtend of in de avond gaat wandelen i.p.v. op het heetste moment van de dag. Is er schaduw, zorg dan dat je in de schaduw loopt. Je krijgt dat bruine kleurtje ook wel als je maar 10 % van de momenten in de volle zon loopt.
  • Kom je langs een beekje met schoon water of een openbare kraan, zorg dan dat je je even besprenkelt met koud water. Lopen met een natte pet of natte doek in je nek zorgt voor een nog langere verkoeling tijdens het lopen. Maak van iedere mogelijkheid ter verkoeling gebruik, ook als de hitte nog geen vat op je heeft gekregen.
  • Zorg dat je je hoofd bedekt als je in de zon loopt. Draag bij voorkeur een hoed met een rand, zodat ook je nek beschermd wordt. Je kunt er ook voor kiezen om een pet of een speciale zomer-Buff met UV-bescherming te dragen. Smeer je nek en gezicht natuurlijk ook regelmatig in met zonnebrand, ga er niet vanuit dat je hoofddeksel voldoende beschermt.

Er zijn verschillende risico’s die je loopt bij wandelen met warm weer. Denk aan flauwvallen, uitdroging, een zonnesteek en een hitteberoerte.

Flauwvallen
Flauwvallen gebeurt over het algemeen niet tijdens het wandelen maar daarna, als je stil gaat staan om te rusten of omdat je aan het einde van je wandeling bent gekomen. Dat werkt zo: Tijdens het wandelen helpt de wandelbeweging je hart mee om het bloed vanuit je benen terug te brengen naar boven. Dat heet de spierpomp. Ga je stil staan, dan valt die pompbeweging weg en kan het gebeuren dat je hart en hoofd te weinig bloed en dus zuurstof krijgen. Je valt flauw.
Als je flauw valt is de beste remedie om te blijven liggen met de benen omhoog. Neem iets te drinken. Bij voorkeur een sportdrank met koolhydraten en zouten, die snel opgenomen worden. Het is verder allemaal niet ernstig. Sluit wel uit dat er niet iets anders aan de hand is.

Uitdroging
Door het zweten in warme omstandigheden raak je meer vocht kwijt dan je soms denkt. Zeker als je in een verkoelend windje loopt, lijkt het zweten allemaal wel mee te vallen. Daardoor kun je onvoldoende drinken en een tekort aan vocht krijgen en bestaat er een kans op uitdroging. Kenmerken van beginnende uitdroging kunnen zijn: hoofdpijn, vermoeidheid, hoge bloeddruk en een verminderd prestatievermogen. De remedie? Ga drinken.

Zonnesteek
Als het lichaam te veel vocht verliest, gaat de lichaamstemperatuur stijgen en krijgt het de warmte niet meer uitgezweet. Symptomen zijn: dorst, hoofdpijn, rillerigheid, moe, duizeligheid, misselijkheid en braken, koorts, stijve nek en bleekheid.
Voel je dat het mis gaat en je een zonnesteek dreigt op te lopen, ga dan uit de zon. Zoek een koele plaats en vul het tekort aan vocht aan. Laat de lichaamstemperatuur dalen met natte koude doeken.

Oververhitting/hitteberoerte
Als niet adequaat wordt ingegrepen bij een zonnesteek kan deze overgaan in een hitteberoerte. Als het lichaam niet meer in staat is om de warmte goed af te voeren en de lichaamstemperatuur oploopt tot boven de 42 graden, gaat het kiezen om de vitale organen zo lang mogelijk te beschermen. De bloedvaten vernauwen zich en de huid wordt heet en droog. De temperatuur kan verder oplopen, de hartslag versnelt nog meer en er kan irrationeel gedrag ontstaan. Men kan moeite krijgen met lopen en het bewustzijn verliezen. Er kunnen zich complicaties voordoen zoals een shock en het uitvallen van de nierfunctie. Oververhitting kan leiden tot de dood en daarom moet zo snel mogelijk professioneel ingegrepen worden.

Onderschat het gevaar van wandelen in een hittegolf niet. Houd je gezondheid als belangrijkste factor, en ga jezelf niet pushen om ‘nog even die laatste kilometers te lopen’. Luister naar je lichaam en stop wanneer (of liever: voordat) je lichaam aangeeft dat het genoeg geweest is. Je hebt er ook niets aan om afgevoerd te worden naar het ziekenhuis.

Bronnen: GGD, KWBN, Wandelen en afvallen, Wandelblog, Outdoorinspiratie, RIVM, Max Vandaag

Een valhelm? Dat voelt als reuzenstap achteruit

Haar korte grijze haar wappert vrolijk onder haar valhelmpje vandaan. Ze hebben er flink de vaart in met zijn tweetjes. Aan hun bruine benen en armen te zien hebben ze al heel wat kilometers weggetrapt. Ik fiets achter ze. Het tafereel kan bijna niet Hollandser: een helderblauwe lucht met hier en daar wat witte wolkjes.
Er staat een briesje. We fietsen over de dijk die naar de stad leidt. Links de Vecht. Groene weilanden, schapen en een hoop vogels op het water bij de waterzuivering. En stelletjes. Met pensioen en geïnvesteerd in twee elektrische fietsen.

Het setje voor mij kun je uittekenen: zij in een top zonder mouwen met bloemenprint. Daar onder een witte broek tot onder de knieën. Hij draagt een geruit overhemd met korte mouw boven zijn bermuda. In zijn sandalen witte voeten. Je kunt zien dat hij niet meteen zijn sokken op wilde geven toen het fietsseizoen begon. Op zijn hoofd een petje tegen de zon. Geen helm.

Ik kan wel raden wat in hun fietstassen zit: een thermosje koffie, een flesje water, wat gesmeerde boterhammen en een lekkere koek. Zijn ze mooi niet afhankelijk van terrasjes, maar kunnen ze heerlijk gaan zitten langs de route waar een bankje vrij is. Dat laatste is nog een uitda- ging. De bankjes die we tegenkomen worden bevolkt door soortgelijke fietssetjes. Zelfde outfit, zelfde elektrische fiets.
En dan de helm. Het lijkt erop dat de dames eerder overstag gaan. Sommigen vergeten hem zelfs af te zetten tijdens de koffiestop. Het waren misschien de kinderen geweest die er als eersten over begonnen. Die zeiden dat je tegenwoordig best leuke helmpjes hebt. Dat je er heus niet per se uit hoeft te zien als Willempie. En dat het simpelweg levensgevaarlijk is tegenwoordig met al die snelle fietsen. Vooral in de bocht.
Dus ma is overstag gegaan. Die wil de kleinkinderen graag zien opgroeien. Maar voor pa is het een lastige stap. Die elektrische fiets was al een deukje in zijn waardigheid, maar een válhelm? Het is een belediging voor zijn vitaliteit. Net als het zijspiegeltje.

Het lijken kleine dingen. Aanpassingen voor de veiligheid. Maar die kleine aanpassing kan groot voelen. Want het zijn geen stapjes vooruit. Het zijn reuzenstappen achteruit. Met elke aanpassing geeft hij toe aan het onvermijdelijke. Dus ik begrijp het best. Zo lang mogelijk uitstel- len. En ondertussen hoop ik dat hij denkt, als hij achter zijn vrouw fietst: ‘Nog best een lekker ding onder die helm.’

Bron: De Stentor, 10 augustus 2022