Hersenen houden van moeilijk

Het menselijk brein verandert continu. Verbindingen verdwijnen, er komen nieuwe bij. Ons hele leven lang. Dat heet ‘plasticiteit’. Het onderzoek naar plasticiteit begon al in de jaren tachtig. De afgelopen jaren is er steeds meer aandacht gekomen voor hoe we onze hersenen kunnen beïnvloeden. Met een gezonde leefstijl bijvoorbeeld, een belangrijk thema binnen de Hersenstichting. Daarover negen vragen aan prof. dr. Erik Scherder, van de faculteit Gedrags- en bewegingswetenschappen aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

Hoe kan het dat het menselijk brein een leven lang verandert?
‘De eerste dertig levensjaren heeft het brein nodig om de ontwikkeling te voltooien. Om alle hersengebieden te ontwikkelen en verbindingen te leggen. Na je dertigste levensjaar is er sprake van een terugloop van het aantal en de kwaliteit van verbindingen. Er treedt een zekere kwetsbaarheid op. Je moet dus je hele leven lang zorgen voor je hersenen; in de ontwikkelfase tot je dertigste, maar dus zeker ook daarna. Doe uitdagende dingen die nieuw zijn en moeite kosten. Die drie pijlers – uitdagend, nieuw, met moeite – houden je brein gezond.’

Wat is ‘plasticiteit’?
‘De mate waarin je je hersenen kunt trainen. Door training kunnen je hersenen – tot op hoge leeftijd – nieuwe verbindingen maken, die weer zorgen voor flexibele hersenen. Ook kun je door plasticiteit functies terugwinnen die verloren zijn gegaan. Die invloed is echter beperkt. Ernstige hersenschade is vaak onherstelbaar, maar een deel van de schade is door hersentraining mogelijk wel te herstellen. Als iemand echter stopt met trainen, kunnen verbindingen weer verloren gaan. Dat zie je vaak wanneer mensen thuis komen nadat ze een poosje in een revalidatiecentrum hebben verbleven. Tijdens hun verblijf hebben ze dan hard gewerkt, maar zodra ze thuiskomen schiet de training erbij in.’

Hoe is plasticiteit ontdekt?
‘Het onderzoek naar plasticiteit begon al in de jaren tachtig. In eerste instantie door met ratten en muizen te experimenteren. De hersenen van een muis die alleen in een kooi zit ontwikkelen zich slechter dan die van een muis die met soortgenoten kan spelen. Spelen zorgt voortdurend voor nieuwe stimulansen. Dat geldt bij mensen net zo. Kinderen die met muziek bezig zijn hebben bijvoorbeeld een sterker ontwikkelde hersenbalk dan leeftijdsgenootjes die geen instrument spelen. Maar er zijn ook aanwijzingen dat leefstijlfactoren invloed hebben op het brein, zoals slaap, beweging of sociale contacten.’

Bron: HersenMagazine, jrg. 17, nr. 3, augustus 2019.
De website van de Hersenstichting.